Training 4: Waar zouden we zijn zonder ons brein
Plaatsingsdatum: Feb 14, 2015 7:4:11 PM
Fietsalgebra, het is een wetenschap op zich. Vandaag hebben we namelijk onze eerste intervaltraining van het jaar weer afgewerkt. Dat is een onderdeel van het fietsen die eigenlijk meer pijn doet aan je hoofd, dan aan je benen. Het komt er namelijk op neer dat je oefeningen doet op zorgvuldig gekozen verzetten, en dat je (jaja) ook nog onthoudt (tijdens de oefening dus) op welk verzet je straks weer verder gaat.
Gelukkig is dit nog maar de eerste intervaltraining van het jaar, dus we beginnen simpel. De geest begint tenslotte nog maar net met de training dit jaar en moet nog wennen aan al dat harde werk.
We beginnen op de 39 voor en het derde tandje van rechts achter. Tenminste, als je een 12-25 verzet hebt, anders zou het ook best het tweede of vierde tandje kunnen zijn. Als ie in elk geval maar op de 15 staat. Dat is het belangrijkste. Oh en de 39 is trouwens het kleine blad voor. Maar het zou ook het middelste blad kunnen zijn. Hangt van je fiets af.
En wat gaan we doen? De trainer heeft een prachtig vierkant rondje in zijn arsenaal zitten en die gaan we vandaag aanvallen. We doen het rondkantje eerst 5 (? Ik ben het alweer vergeten...) minuten op de 15. Eerste rechte stuk even op de tanden bijten, het tweede stuk kalm aan. Het derde stuk even op het tandvlees en het vierde stuk mag je weer even uitpuffen. Dat net zo lang doen tot die 5 (?) minuten op zijn. Nu komt namelijk de langere rust. Even een paar minuten rondfietsen en genieten van het lenteweer. Maar wees gerust hoor. Je mag zo weer. Hoe zat het ook alweer? Ohja, nu gaan we dit nog een keer doen, maar dan op de 14. Gelukkig houdt de trainer alles strak in de gaten, want als de snelheid stijgt, waaien -vooral bij wind tegen- de gedachten zo je hoofd uit. En voor je het weet klopt er helemaal niks meer van!
Op het moment dat je alles een beetje in de vingers begint te krijgen, is het tijd voor de volgende oefening. Een gezond lichaam begint bij een scherpe geest en daar trainen we tenslotte voor. Deze oefening is gelukkig vrij simpel. De achterkant hou je op hetzelfde verzet en voor wissel je tussen het grote en het kleine blad (of tussen de grote en de middel, maar dat hangt -juist ja- van je fiets af). De oefening doen we op 90% van ons kunnen, dus je moet niet zo hard als je kunt fietsen, maar een beetje achter de hand houden. Ook dit doen we net zo lang tot we het goed snappen.
Als laatste oefening doen we nog de cooling down voor het brein. Bij een goede training hoort een goede afsluiting. Heel simpel: Op het rondkantje een rondje zo hard als je kan. Tandenknarsend een ronde lang de vloer aanvegen met het parkoers. Ben je rond, dan mag je genieten van je prestatie en een rondje kalm aan doen. En dan nog een keer. En nog een keer. Net zo lang tot de trainer ziet dat het goed is.
De intervaltraining zit er op. We nemen afscheid van onze medefietsers die in training zijn voor de Alpe d'huZes (wereldprestatie, jongens!) en zetten nog even de gang erin voor een klein blokje om. Geen lastige dingen meer, gewoon de training even afsluiten met de blik op oneindig en de zon in de rug.
We hebben weer een supertraining gehad!