Training 7: Fietsfauna
Plaatsingsdatum: Feb 14, 2015 8:13:47 PM
De lente is in aantocht (echt waar). Het ideale moment voor een lesje biologie. Want nu het ontpoppen van de natuur in zicht komt (ja, echt), is het heel leuk om te weten wat je eigenlijk buiten allemaal om je heen ziet trippelen, fladderen, vliegen en rollen (ooit).
In deze les gaan we het hebben over spinners. De spinner valt onder de onderstam Ahachnihe (uitspreken als aaah-ach-nie-hé), wat weer een subgroep is van de orde van de leedpotigen. Niet te verwarren overigens met de geleedpotigen, die een stuk minder knuffelbaar zijn.
Spinners zijn van de dieren uit de orde van de leedpotigen het meest ijdel. Ze zijn namelijk erg trots op hun poten. Dat moet ook wel, want waar dieren uit de orde van de geleedpotigen er minimaal zes hebben, moeten dieren uit de orde van de leedpotigen het doen met maar twee. En hoewel ze in zowel gladde, als harige verschijningsvormen voorkomen, is voor het voor spinners van levensbelang dat de poten in topconditie zijn. Normaal gesproken doen zij dat buiten in groepsverband, maar soms, als het leed niet te overzien is en het perfectioneren van de poten al weken buiten niet mogelijk is, dan trekken ze zich uit arren moede terug in hun web van sportieve activiteit in Drachten: The Sportsclub. Om hun gezamenlijk leed te verwerken gaan ze dan maar in hun hol werken aan het prepareren en perfectioneren van hun poten. Wat overigens ook met het nodige lijden gepaard gaat.
Het gedrag van de spinner is redelijk voorspelbaar en zelfs bijna ritueel te noemen. Het proces begint met het bepalen welk hulpmiddel gebruikt gaat worden in het pootperfectieproces. Na een keuze gemaakt te hebben, wordt dit door de spinner beschouwd als zijnde zijn of haar territorium gedurende het proces en bakent de spinner het territorium zorgvuldig af, middels bidon en handdoek.
Vervolgens is het wachten op instructies van de opperspinner. Dit is over het algemeen de spinner met de meeste ervaring, maar het kan ook een vertrouweling van de opperspinner zijn. De opperspinner bepaalt de opbouw en intensiteit van het pootperfectieproces. Hierbij maakt hij gebruik van opzwepende klanken en ritmes. Dit zorgt ervoor dat de spinner beter in staat is om het pootperfectieproces te volgen en het zorgt ervoor dat de spinner het lijden aan de poten wat kan verdrukken.
Het pootperfectieproces is vrij zwaar. Het kan dan ook voorkomen dat bij een van de spinners kramp optreedt in een van de poten. Mocht dit gebeuren dan negeert de spinner tijdelijk de instructies van de opperspinner en gaat hij naar eigen goeddunken zijn poten verzorgen.
De band tussen de spinners onderling is over het algemeen goed te noemen. Na het pootperfectieproces gaat er een korte periode van rust en herstel in. Hierin beoordelen de spinners elkaar lenigheid en geven zij elkaar complimentjes en aanwijzingen hoe de poten nog verder te perfectioneren zijn.
Vervolgens verlaten de spinners het web van sportieve activiteit, maar ze komen zeer punctueel op gezette tijden weer bij elkaar om het pootperfectieproces voort te zetten.
Maar wanneer het weer het toelaat vindt er een magische transformatie plaats. Misschien is het wel een van de grootste wonderen uit de natuur: bij droog en niet te koud weer ontpopt de spinner zich tot fietser om zijn leven buiten voort te zetten. Dan zie je het dier in zijn volle glorie al zijn kleuren tentoonspreiden. Een moment om niet te missen!
Dit was de biologieles voor deze keer. In de volgende les bespreken we de vreemde waarneming dat de bidsprinkhaan atheïstisch lijkt te zijn.