Ventoux dag 4: Mont Vie Tous

Plaatsingsdatum: Feb 14, 2015 8:44:0 PM

‘Morgen ontbijt om 7 uur! Het wordt morgen warm, dus we willen vroeg starten’. Hmpf, het is vakantie.. Soms vraag je je af waarom je dat doet, dat gefiets. Als je er zo over nadenkt is het namelijk best een rare hobby. Je propt jezelf in een stuk blik om 1400 kilometer verderop een enorme bult steen op te rijden. Daarbij doet alles je vervolgens zeer en toch zeg je dat je het voor de lol doet. Probeer dat maar eens uit te leggen.

De volgende ochtend is het raak om kwart over zes. Onze digitale haan kraait iets te optimistisch de toko bij elkaar. Snel de kleren bij elkaar, om met ogen op stokjes het stokbrood weg te spoelen met echte jus d’orange (voor de mensen die nooit in Frankrijk komen: dat is sinaasappelsap met een dure naam).

Na het ontbijt wachten de auto’s om ons naar Flassan te brengen. Bij de verkenning van een dag eerder bleek de aanlooproute naar de start een soort achtbaan te zijn waar je zeeziek weer vanaf komt. We hebben dan ook besloten om onszelf deze 40 kilometer kwelling te besparen en in plaats daarvan naar een plaats in de buurt van Bedoin te rijden en van daar uit te starten.

Nog even gauw een groepsfotootje gemaakt door de lokale agrariër en op naar Bedoin waar de startstreep gewillig ligt te wachten. Hier en daar toch wat strakke gezichten voor de reus die voor ons ligt, maar iedereen rijdt met goede zin over de startstreep. Wat wil je ook met dat gemoedelijke zonnetje wat hier schijnt.

De aanloop naar het bos is eenvoudig. Misschien zelfs wel te gemakkelijk, zodat het bos je daarna genadeloos knockout kan meppen. Zodra je linksaf het bos in gaat, voel je al direct in de benen hoe gemeen steil dat stuk is. Hele einden met een stijging van 11 à 12% zijn eerder regel dan uitzondering. Tot onze blijdschap blijkt de lokale trekker coöperatie vandaag ook hun jaarlijkse dagje uit te hebben en roken gezellig met ons mee naar boven.

Onze begeleiding crosst ondertussen in twee auto’s de berg op en neer. Hier een bidon, daar een doekje en altijd een welgemeende aanmoediging. Echt zo tof om te horen als je oververhit en druppend van het zweet de berg op kruipt. Ennn.. Geen Céline Dion! Er bestaat dus toch een god.

Eenmaal uit het bos valt de warmte als een deken van je af. Eindelijk wat wind en zuurstof. En wat minder steil, zodat er even wat druk van je benen af kan. Het uitzicht is adembenemend, dus dat is weer wat minder handig voor het laatste stuk van de klim, want elke ademteug kun je nog steeds goed gebruiken. Toch is ook het laatste stuk nog even doorbijten, want elke keer als je denkt dat je er bijna bent, blijkt dat er om de bocht toch nog een nieuw lusje ligt die je ‘even’ moet beklimmen. En bij elke bocht natuurlijk even lachen naar de fotograaf die daar niet zo verdekt opgesteld je druppende neus even haarscherp op de gevoelige plaat vastlegt.

De laatste twee bochten zijn nog een smerig stukje. Nog even een stukje meer dan 10% stijging om het af te leren. Maar gelukkig staat op de top Petra je vrolijk over de streep te juichen, waardoor je even niet mee krijgt dat het laatste stukje nog net iets steiler is.

Bovenop de top wordt alles me ineens weer duidelijk: om samen met goeie vrienden zo’n prestatie neer te zetten is meer dan een hobby. Het is een levensstijl. En dat kun je niet uitleggen, maar alleen maar ervaren.